Tips & tricks.
Een goede fles wijn is de belangrijkste eerste stap richting genot.
Hoe je wijn serveert en degusteert is echter ook belangrijk, wij helpen je alvast op weg!
Temperatuur.
De juiste temperatuur is cruciaal voor een optimale wijnbeleving en ziet er als volgt uit:
-
Volle & complexe witte wijnen: 12°C.
-
Lichte en frisse witte wijnen: 7-9°C.
-
Zoete witte wijn: 10-12°C.
-
Jonge & fruitige rode wijnen: 10-12°C.
-
Complexe en volle rode wijnen: 16-18°C.
-
Champagne & bubbels: 6-10°C.
Witte wijn & bubbels kan je daarom ook het best bewaren in een frisse kelder of aangepaste wijnkoelkast. Als je hem toch in de koelkast bewaart, zorg er dan voor dat je hem voor het drinken wat laat opwarmen. Een half uurtje is voldoende voor witte wijn, zeker omdat het uitschenken van de wijn op zich al zorgt voor een stijging van ongeveer 2°C.
Voor rode wijn is het ongeveer hetzelfde verhaal. Hou er wel rekening mee dat de zogenaamde "kamertemperatuur" verwijst naar lang vervlogen tijden, toen centrale verwarming er binnen nog niet voor zorgde dat het 21°C was.
De vuistregel is en blijft: beter een wijn iets te koud serveren dan te warm! (zéker voor rood)
Decanteren.
Het overschenken van een fles in een karaf is een onderwerp dat veel verdeling zaait. Veel wijnkenners zullen je zeggen dat het een must is bij sommige wijnen, anderen raden het dan weer af. Ik geef je mijn persoonlijke advies uit ervaring mee!
Decanteren is nuttig omdat je zo bij oudere wijnen de wijn scheidt van het residu dat zich in de fles heeft opgebouwd. Je zorgt er dus voor dat je geen onaangenaam gevoel in jouw mond krijgt door dat residu.
Hoe decanteer je? Je schenkt de fles beheerst over in de karaf, waarbij je goed kijkt wanneer je het residu ziet. Naar het einde toe ga je zachter beginnen schenken, zodat er geen overschot mee in de karaf belandt!
Wanneer we wijn decanteren omdat we er zuurstof aan willen toevoegen, heet dat karaferen. Hier heeft de handeling een andere bedoeling: je voegt namelijk extra zuurstof toe wat bij jonge wijnen een "verouderingsproces" triggert en de wijn een stuk voller en complexer zal maken.
Ook oudere wijnen kunnen baat hebben bij karaferen. Je scheidt niet alleen het residu af, maar geeft de wijn de kans om "op adem" te komen. Ook hier krijg je een zachtere en vollere wijn in de plaats die vaak zijn volledig potentieel laat zien.
Hoe karafeer je? "Wild en onbezonnen!" Het is de bedoeling dat de wijn extra zuurstof krijgt dus je hoeft niet te voorzichtig te zijn.
Opgelet! Wanneer je een echt oude wijn ontkurkt, kan karaferen een averechts effect hebben. Het kan namelijk gebeuren dat jouw oude topwijn die plotse zuurstofinjectie niet meer te boven komt en simpelweg slecht wordt. Hier is zachtjes en beheerst uitschenken de boodschap!
​
​
​
​
​
Glaswerk.
Je hebt ongetwijfeld in jouw leven al een hoop wijnglazen in alle vormen en maten gezien. Wil dat zeggen dat je als liefhebber alle soorten in huis moet halen? Gelukkig niet! Ik som de meest onmisbare hieronder graag op:
-
Het Champagne-glas of "fluitje: ideaal voor al jouw bubbels. Tegenwoordig gebruikt men voor een complexe Champagne ook onderstaand glas.
-
Het tulpvormige glas: de go to voor alle lichte, frisse en fruitige witte wijnen. Bovendien kan je dit glas ook gebruiken voor al jouw medium-bodied rode wijnen. Handig!
-
Het bolvormige glas: dit glas is het meest geschikt voor al jouw aromatische en volle witte/rode wijnen.
Om de keuze niet te moeilijk te maken hou je best rekening met deze criteria:
-
Een glas met een smallere opening houdt de smaken beter binnen en is dus het meest geschikt voor fijne wijnen en lichtere wijnen.
-
Een glas met een grote opening houdt van stevige wijn die naar buiten wil en heel je glas met zijn aroma's kan vullen.
An sich kan je niet veel verkeerd doen met de keuze van het glas, maar ik raad wijnliefhebbers altijd aan om er rekening mee te houden en het liefst weg te blijven van de generische glazen met het korte steeltje. Probeer jouw wijn het glas te geven dat hij verdient!
​
​